Zelf wilde zaden verzamelen door te wildplukken

Zelf wilde zaden verzamelen door te wildplukken

Dit recept is geschreven voor het Wilde Schoolkrantje die af en toe verschijnt.

Sinds een paar weken heb ik een nieuwe wildpluk hobby: het zelf verzamelen van zaden.
Overal waar ik wandel of fiets kijk ik nu extra goed naar zielige, verpieterde planten. Want niks is wat het lijkt: deze verlepte planten zitten barstensvol leven. Je kijkt dan namelijk vaak naar de zaden. De bloemen zijn getransformeerd tot zaden, vól leven, want elk zaadje heeft alle informatie van een hele plant of zelfs boom in zich.

Wil je zaden verzamelen dan zul je met andere ogen naar de natuur moeten kijken. Niet naar de prachtige bloemen, maar naar de zaden die er vaak naast te vinden zijn. En zo kun je je eigen zadenvoorraad of zelfs bibliotheek beginnen, voor jezelf of om te delen.

Zadenbibliotheek

Wist je dat er zelfs zadenbibliotheken bestaan? Hier kun je op 80 locaties in Nederland gratis zaden ruilen of lenen.
Op Zadenbibliotheek Nederland kun je hier meer over lezen.

Het is natuurlijk het leukste om niet alleen te lenen maar ook zaden mee te brengen naar zo’n bibliotheek.
In dit artikel lees je hoe je je eigen wilde zaden kunt oogsten. Wil je eerst meer leren over wilde planten? Dat kan in de online wildplukcursus.

 

Maar hoe ga je nu te werk, als je wilde zaden wilt oogsten?

1. Zoek de planten die zaden hebben

Er zijn ontzettend veel wilde eetbare planten in de natuur die je ook in je eigen tuin kunt laten groeien.
Je kunt de zaden verzamelen van planten uit het bos, park, open plekken… Eigenlijk overal waar je loopt en mooie planten/bloemen ziet.
Vaak zijn er verschillende planten naast elkaar in verschillende stadia van groei. Als er bloeiende planten in de buurt staan weet je van welke plant je de zaden wil oogsten. Elke plant heeft andere zaden en andere zaaddozen. Bij de een verspreiden ze door de wind, de andere zaden springen meters verder, sommigen vallen op de grond en weer anderen hebben weerhaakjes en worden zo door dieren verspreid.

Lekkere/leuke planten om de zaden van te verzamelen: o.a. rode klaver, kaasjeskruid, teunisbloem, bijvoet, goudsbloem, viooltje, klaproos, wilde wortel, daslook, kraailook, cichorei, korenbloem, engelwortel, kamille, komkommerkruid, look zonder look, moerasspirea, pinksterbloem, stalkaars, koningskaars, wilgenroosje. Ontdek vooral je eigen favorieten!
Je kunt ook de pitten van fruit of een noot bewaren en kijken of je ze in het voedselbos kunt laten groeien. Bijvoorbeeld: pruimpjes, appels, kers, rozenbottels, hazelnoot, walnoot… Je weet bij een zaailing pas na heel veel jaar of ze fruit/noten geven en of het lekker is. Laatst vonden we een zaailing appelboom, die kleine appeltjes produceerde die totaal niet lekker waren.

2. Oogst de zaden

Wees het moment voor dat ze zichzelf al hebben verspreid. Je kunt ze ook oogsten als ze nog niet 100% rijp zijn, maar hoe langer het zaad aan de plant rijpt, des te meer voedsel er wordt aangevoerd en opgeslagen. Waardoor ze later weer sneller kiemen en langer kiemkrachtig blijven.
Het juiste oogsttijdstip is rond de middag, dan is de dauw opgedroogd en heb je droge zaden. Heeft het gisteren hard geregend? Kijk dan goed of de zaden droog genoeg zijn.
Neem kleine zakjes (bijvoorbeeld koffiefilters, enveloppen of papier zakjes) mee waar je de zaden meteen in kunt doen. Of kleine bakjes waar je de zaaddozen in stopt, zodat je ze er thuis uit kunt schudden. Schrijf meteen op van welke plant je de zaden hebt geoogst, thuis aangekomen kun je dat nog wel eens vergeten. Bij twijfel of ze droog genoeg zijn kun je ze nog even nadrogen.

3. Zaden bewaren

Je kunt ze bewaren in de zakjes of bij een grote oogst in donkere potjes stoppen. Zelf gebruik ik Miron Violet glazen potjes, hier blijven de zaden erg lang kiemkrachtig in. Plak er een stickertje op met de naam van de plant, locatie en datum. Je bewaard zaden droog en koud. De meeste zaden zijn jaren kiemkrachtig.

4. De zaden gebruiken

Nu heb je je eigen verzamelde zaden. Je kunt een wild hoekje in je tuin maken waar je de wilde zaden zaait.

Extra tips:

  • Sommige zaden van wilde kruiden zijn makkelijk in een moestuin te houden. In het boek Basisboek Wilde bladgroente van Laurette van Slobbe staan 21 wilde planten die je ook in je eigen (moes)tuin kunt verbouwen.
  • Wil je extra gezonde planten die individueel op jouw zijn afgestemd? Zaai ze dan volgens ‘de Anastasia methode’, je leest er hier meer over.
  • Wil je van je eigen moestuingroente de zaden verzamelen? Lees dan het boek ‘Zelf zaden telen
  • Wist je dat je ook zaden kunt eten? Bijvoorbeeld brandnetelzaden, koolzaad-zaden (maak er je eigen mosterd van), wilde wortel of gewone berenklauw. Ook kan je alle eetbare wilde zaden kiemen, voor extra gezonde wilde plantjes.

 

Marin Leus
marin@wildeschool.nl

Tien jaar geleden wist ik, Marin, níks over de natuur en kwam ik er nauwelijks. In de afgelopen tien jaar ben ik een gepassioneerd paardenbloemeter geworden.De natuur met al haar toepassingen heeft me kennis laten maken met een heel ander leven.Sinds acht jaar ben ik wildplukgids, waarin ik zo'n +1000 mensen kennis heb laten maken met wildplukken.Mijn kennis komt uit vele uren zelfstudie, een Permacultuuropleiding, tweejarige Geneeskrachtige kruidenopleiding, orthomoleculaire voeding opleiding en meerdere cursussen.In april 2020 ben ik begonnen met de Wilde School en er zijn nu al meer dan 2000 cursisten. Dankbaar!