10 aug Een ode aan onkruid
Mijn leven draait om onkruid. Als ik door een moestuin wandel kijk ik liever naar het onkruid dan naar de desbetreffende groente die erin groeit.
“Wat is onkruid? Een plant waarvan het nut nog niet is ontdekt.”
Alle groentes die we nu eten waren ooit wild. In de loop van de tijd zijn deze aangepast en veranderd. In de wilde planten zitten nog de plantenstoffen (fytonutriënten) die o-zo belangrijk zijn voor ons lichaam.
Met oerogen kijk ik naar de, door vele mensen, niet gewenste planten.
Als je goed kijkt ontdek je dan dat het overal om je heen gonst van het leven.
De wilde kruiden proberen zelfs tussen de tegels in de stad door te breken om er een groen paradijs van te maken.
Want onkruid gaat en staat in vrijheid en doet wat het zelf wil.
Als je je verdiept in de onkruiden in je eigen tuin kom je tot de ontdekking dat ze je voedsel, zeep, touw, papier, gier, verf, shampoo, veldboeketten en medicijnen geven.
Ook zijn het waard-, dracht- en indicatorplanten, bodembedekkers en helpen ze de bodem luchtig te maken of te zuiveren.
En daarom voer ik geen oorlog meer met ‘onkruiden’ maar zie ik ze als mijn vrienden.
Geen tuin? Overal om je heen groeit onkruid. Je buren of een boer in de buurt vinden het vast niet erg als je helpt wieden.
En zo kom je gratis aan plantaardige verf om je t-shirt te verven, Japanse duizendknoop als taartvulling, kweekgraswortels voor een medicijn tegen blaasklachten,
de berenklauwzaden als lokale kardemom, de klimop als wasmiddel en de wortels van de brandnetel voor glanzend-haar-conditioner.
En zo kan, als je die oerbril opzet, onkruid een mooie aanvulling, of zelfs dé hoofdmoot, in je leven worden.
Deze column verscheen in het Permacultuur Magazine / nummer 15 – 2019