Onze Voedselbosdroom

Onze Voedselbosdroom

Niets liever dan zelfvoorzienend wonen in een klein huisje op een groot stuk land waarop we een voedselbos aanleggen, aangrenzend aan een stuk natuur dat mag verwilderen. Het is een droom die voortkomt uit een diep verlangen die ik deel met mijn man Peter Jan. We dromen van een prachtig mooi ingericht voedselbos, zodat het prettig is om erdoorheen te wandelen en zo het voedselbos écht te kunnen beleven. Ik neem je in deze blogpost mee in onze beweegredenen en de weg die wij samen hebben afgelegd om tot onze droom te komen en hoe die elke dag meer en meer wordt aangesterkt.

Selfie van Rosanna met grijze sjaal om en Peter Jan met een gele rugtas om lachend naar de camera in het bos op een bospad.

Waar het allemaal begon

Het zo lastig uit te leggen, waar het nu allemaal begon. Zoals een zaadje landt op een stukje grond en ontwikkelt zich in het donker. Zij ontvangt zo af en toe een lichtstraal en groeit uit tot de plant die het altijd al worden zou. Zo gaat het denk ik ook met dit diepe verlangen om de wereld een stukje mooier en groener te maken. Vanuit liefde voor onszelf en de natuur. En vooral ook vanuit nieuwsgierigheid naar de ervaring van die natuur-verbonden wereld.

                Toen we gingen samenwonen precies 6 jaar geleden, wilden we niets liever dan een tuin. Ik nog studerende en Peter Jan werkzaam als PhD student aan de UU. Wij gingen huren. Hoe groot ons appartement zou zijn? Dat maakte ons weinig uit. Zolang we maar een overvloedige weelde om ons heen konden creëren. Ik verlangde ernaar om van de tuin voor zowel planten, dieren als onszelf een geweldige plek te maken. Een (ver)stopplek voor egels, vlinders, padden, kikkers, vogels, bijen, en andere insecten. Ons appartement kwam echt op ons pad en we accepteerden het met open armen. We kregen een nieuwbouw begane grond appartement van 55m2 in Utrecht met een flinke voor- en achtertuin – voor Utrechtse begrippen natuurlijk. We stonden te popelen. En al in de tweede week dat we er woonden, legden we er al eigenhandig een goed uitgedachte tuin aan. Op padden en kikkers na, zien we alles voorbijkomen in de tuin. Het is inderdaad een geweldige plek geworden voor plant, mens en dier.

Een egel tussen de oost-indische kers plant in de voortuin.

Onze kleine eetbare tuin

Over de jaren heen ontwikkelde onze siertuin zich tot een ‘kleine eetbare tuin’, zoals Madelon Oostwoud het zou noemen. We startten een klein moestuintje, waar we al veel heerlijke groenten hebben verbouwd. Eigenlijk wilde ik dit niet, omdat die moestuintjes er altijd zo rommelig uitzien. Maar toen we de eerste zomer in gingen met dat kleine strookje vol eetbaar goed, was ik wel om! Met de toename aan plastic om de groenten in de supermarkt, werd ik meer en meer gemotiveerd. In de zonnigste zomers bespaarden we zo een hele hoop op wegwerp plastics. Langzaam kwam het besef bij ons op: dit is ook nog eens lokaal voedsel. Voor deze groenten was geen transport nodig.

                Als echte ‘guerilla gardeners’ groeiden we een bloementuin voor bijen en vlinders in het gemeenteperkje voor de deur. Eten voor ons, eten voor de bijen en vlinders! In dat eerste jaar hebben we ook direct een compostbak in de tuin geplaatst. Omdat we nagenoeg vegetarisch eten en alles zo goed mogelijk opgebruiken, gooien we alles wat verteerbaar is op de compostbak. Nu hebben we een supermooi levend systeem en heel weinig ‘afval’. Niks container aan de straat zetten, wat een gedoe! We composteren onze moestuin vanuit voornamelijk onze eigen productie.

De bloemenpracht in ons gemeenteperkje. Hier is een aantal goudsbloemen te zien tussen groen blad van hogere grassen.

Naarmate de tijd verstreek, stelden we onszelf steeds meer vragen. We wilden meer en meer zien wat je voor eetbaars in je tuin kunt houden, wat niet afsterft en opnieuw geplant of gezaaid moet worden. We breidden onze eetbare aanplant van vijg, braam en framboos ook uit met een amandelboom, twee blauwe bessen, een appelboom (Intratuin noemde het een “Giesser Wilderman”, haha, geen idee nog wat voor appel het is) en twee ‘Mirabelle de Nancy’ pruimenbomen (Intratuin noemde het “Reine Claude Verte”, maar ze zijn toch echt kersengroot en geel met rozerode vlekjes). Daarnaast houden we onder andere overblijvende venkel, de stugge meerjarige alom bekende keukenkruiden en bijvoorbeeld daslook.

                Als we langs het Utrechtse boeren landschap fietsten, werden we steeds bedroefder over het kale grasland dat tot in de verte te zien is. Geen boom of struik te vinden. Dat gras kan het water niet vasthouden. Dat zien we zelf ook in onze veel te droge voortuin, waar we nu veel meer bomen en struiken hebben geplaatst. Grasland houdt niet voldoende CO2 of stikstof vast. Het biedt geen bescherming tegen de zon op de bodem en biedt geen beschutting of eten voor de wilde dieren. Online liep ik tegen het Tiny Forest aan. Konden we dát niet ergens realiseren?

 In het mos en gras staat een paardenbloem met enkel blad overgoten met zonlicht, die als goddelijke stralen op haar vallen.

Nieuwsgierige stappen in het onbekende

Al gauw dacht ik ook aan het eten dat we met zijn allen moeten voorzien. Kan de aanplant dan niet gewoon eetbaar zijn? En misschien moeten we ook maar eens gaan kijken naar wat daadwerkelijk eetbaar is en wat wij eetbaar noemen. Misschien is er wel veel meer mogelijk. Zo vond ik de voedselbosbeweging. Ik verslond materiaal van pioniers in Nederland en Engeland met blogs en Youtube video’s en ik las het boek Voedselbos van Madelon Oostwoud. Blijkbaar waren er al veel voedselbossen in Nederland en blijkbaar konden er meer mensen financiering en locaties vinden. Dit bracht hoop!

Twee boterhammen besmeerd met boter op een groen bord. het rechter brood is belegd met zachte geitenkaas, honing en blaadjes veldkers.

We leren de planten in en buiten onze tuin kennen, juist ook het ‘onkruid’ en de medicinale eigenschappen van de “niet eetbare aanplant”. Blijkbaar is de hosta in onze achtertuin eetbaar (de slakken weten dit natuurlijk allang!) en onze vrouwenmantel is een aloud medicinaal kruid voor onder andere pijnlijke menstruatie of spijsverteringsklachten. We maaien ons gras zelden, zodat de wilde kruiden zich kunnen laten zien. Velen zijn goed eetbaar en lekker in een salade, wokgerecht of een quiche. Of fijn in een thee, gezichtslotion of olie. We leren hoe we kunnen werken met al deze mooie planten. Ik maak momenteel shampoo van de klimop in onze schutting, omdat het saponines bevat. Ik stek en zaai erop los als een verwonderd kind dat wil zien of er een plant uit die citrusvrucht, walnoot of vijgentak groeit (en ja, dat doet het dus!). We gooien veldkers, dat in ons grasveldje groeit, op de pizza. De planten hebben een eigen unieke energiefrequentie net als wij en zij hebben voor ons een boodschap. Naast dat de rozemarijn lekker smaakt in mijn gerechten, laat ze me ook zien waar ik meer kan versterken en stugger mag zijn. We zien steeds meer in wat de waarde is die de natuur ons biedt en wat we ervoor terug kunnen doen. Dat we als samenleving in feite in overvloed leven, zonder dat we ons dit beseffen.

Een houten bord ligt op een verschillend gekleurd houten tafel, met op het bord als een waaier verspreid bladeren van veldzuring en kleine blaadjes van groot kaasjeskruid.

Een topteam

Samen vullen Peter Jan en ik elkaar fantastisch aan. Ik verwonder me over elk nieuw stukje groen, verlang, vorm een visie en zet ze om in plannen. Peter Jan droomt heerlijk mee, en is vervolgens ook supergoed in het praktische stuk van de plannen: de goed uitgedachte uitvoering. Samen scheppen en klussen we er vervolgens een hoop op los! En waar ik het wil opgeven, herpakt Peter Jan zich en zien we weer oplossingen. En andersom.

                Onze kleine eetbare tuin heeft ons in ieder geval een missie in het leven gegeven: een voedselbos houden op een groot stuk land, waar we de stem van de natuur kunnen zijn voor ieder die het wil horen. Een combinatie van verwildering en experimenteren met ‘eten uit het bos’. En omdat het niet niks is, zo’n stuk land ontwerpen, aanleggen, onderhouden, bewerken en oogsten, zouden we er het liefst zelf willen wonen. Een beetje uit eigenbelang en een beetje omdat het simpelweg praktisch is.

Rosanna maakt een selfie, midden in de duinen die met hoge grassen begroeid zijn en ter hoogte van haar schouder zie je Peter Jan wat verder weg staan en lachen naar de camera. Beiden dragen sjaal en muts.

In de volgende blogpost wil ik jullie meenemen in wat nu eigenlijk die term ‘voedselbos’ inhoudt. We horen er de laatste tijd steeds meer over. Onder andere omdat er nogal wat pioniers van start zijn gegaan de afgelopen jaren met de aanplant van zo’n eigen voedselbos. Het is namelijk een spannend concept met zeer veel potentie.

Rosanna
info@rosannasgarden.nl