08 mei De smaak van het bos
De tractor met ploeg maakte diepe voren in de akker. Het gewas dat er zou wassen moest goed worden gewassen want er kwam gif van pas. Later, in een supermarkt, ergens, zou iemand een pak tarwespaghetti kopen. In die supermarkt, die markt die toch niet zó super is, lag alles in vele merken, goed ingepakt de potentiële koper aan te blinken.
Ik woon in een eco-appartement. Vanuit mijn straatje schiet ik makkelijk de natuur in. Met een vriend ging ik wandelen. Hij was van de wildpluk. We zagen, en aten winterpostelein, fluitenkruid, zevenblad, meidoornblaadjes (goed voor het hart), forsythiabloempjes, tulpenboombloemen en van de paddenstoelen, Judasoor (zwart en zacht kneedbaar, groeiend op rottend hout), Elfenbankjes (twee elven zaten op een bankje en dronken een lekker drankje…), Chaga (met cacao samen, een lekker drankje).
’s Avonds maakten we er soep van, puree of salade, met frisse dressing (de winterpostelein, smaakt alsof je in een restaurant vertoeft). Ik voelde de plantenenergie door mijn bloedbaan gaan en zich in mijn energieveld begeven; ik werd er helemaal zacht van…
De dagen erna ging ik weer wandelen, nu alleen. Vanuit mijn raam had ik duiven zich tegoed zien doen aan de meidoornblaadjes van een boom naast mijn appartement. Ik voelde me ‘plantig’. Op weg, langs de bomen en door de velden, kwam ik bij een beekje. Ik ging op een bankje zitten en net toen ik weer wilde gaan, zag ik verderop een haas in het kreupelbos. Hij kwam zachtjes dichterbij huppen, aan de andere kant van het beekje. Hij ging het bruggetje, dat dichtbij was, op, mijn kant op, maar draaide halverwege weer om en ging weer verder, tussen de boompjes door. Het dier had mij totaal niet opgemerkt. Ik schreef het meteen toe aan mijn ‘plantige’ hoedanigheid.
Ik had de smaak te pakken, de smaak van het bos…en ik wist, ik wil dichter zijn, dichter bij de natuur…En als twee koeien me even verderop lief aankijken, weet ik dat het zo is en ik ben niet alleen dichterbij, maar ik ben eventjes één met de natuur.