01 nov De spiegelende prikkels van de Brandnetel
Mijn volkstuin grenst aan twee andere volkstuinen. Beide buren hebben een open compostbak grenzend aan mijn tuin. Daar poppen ze op. In een maat die ik alleen zie als ik dwaal door de grienden bij onze rivier. Heuphoge groene stengels, vol stekels: Brandnetels. Ze wringen zich tussen de schuttingplanken door. Ze klimmen hoger en hoger. Ze komen telkens terug. En waar ik de eerste keren als ik ze weghaal vloek en tier over de pijn, valt me na een paar maanden iets op. Wat willen ze me vertellen?
Taboe
De brandnetel is één van mijn planten uit mijn beeld- en gedichtenbundel Sensitive Survivors. Een boek waarin ik aandacht schenk aan planten waar we zo makkelijk aan voorbij lopen. Ik maakte haar na in textiel, gaf haar letterlijk een gezicht en schreef een gedicht nadat ik onderzoek had gedaan naar zowel de plant als naar mijn eigen emoties. In dit gedicht veroordeel ik mijn negatieve kanten die ik voor de buitenwereld verborgen hield. De stekels van de plant stonden symbool voor mijn frustraties, geïrriteerdheid en boosheid. Emoties waar nog steeds een taboe over heerst in mijn ogen. Jezelf zien in de ogen van de ander veroorzaakt een schaamte die zwaar voelt, alsof je achterover valt in een grote bos brandnetels. De pijn dringt vol door, het brandt en smeult lang na. Soms dagenlang.
Angst voor brandnetels
Door vooral naar de buitenkant van de ander te bekijken, zag ik alleen maar mijn schaduwkanten, mijn prikkelbare stekels. De brandnetel spiegelde dit voor mij. Ik zag de brandnetel alleen maar als de plant die pijn veroorzaakt. Ik durfde ze niet aan te raken, te plukken, laat staan te gebruiken toen ik me verdiepte in deze plant. Zelfs toen ik ze fotografeerde voor mijn boek bleef ik op afstand. Tot ik hier in mijn volkstuin echt niet meer om ze heen kon. Laten staan was geen optie. Ze groeiden groter, bloeiden en verspreiden hun zaad over mijn nog braakliggende terrein.
Geleidelijke verandering
Ik zuchtte. Ik zat op mijn knieën te kijken naar de bonken klei waar jonge brandnetels hun plek vonden. Ik plukte ze met handschoenen, maar de pijn ging er dwars doorheen. Met een grote schep haalde ik ze weg. Ik begon grof, uit angst voor haar prikkels. Maar deze plant is hardnekkig. Ik zag zelfs stevige wortels groeien uit de compostbak van de buren. Na een paar maanden realiseerde ik plotseling iets. Ik voelde niets meer als ik ze vastpakte. Ik had zelfs geen handschoenen meer aan. Het was zo geleidelijk gegaan, dat ik het niet eens doorhad.
Acceptatie
Toen realiseerde ik me dat ik me ik een manier had gevonden met de brandnetel om te gaan. Ik had haar geaccepteerd. Respect voor haar getoond. Ik plukte anders, had haar ingezet als gier. Haar met zachtheid behandeld. Haar niet gezien als lastig, irritant, als een plant waar je je voor moet schamen als ze in je tuin groeit. Ik zag haar niet meer als onkruid. Ze had me haar ware kracht getoond. Tegelijkertijd had ik mezelf meer geaccepteerd. Als een hele plant. Als een plant met lichte en donkere eigenschappen. Die door ze toe te laten, zacht voor ze te zijn, een stuk minder heftig zijn. En zelfs een kracht kunnen worden. De brandnetels in mijn tuin zijn verdwenen. Op een paar na. Die laat ik staan. Om me te herinneren aan haar les. En wie weet, maak ik ooit een warme soep van haar bladeren.
Sensitive Survivors is te koop via mijn site. De gesproken versie van het gedicht uit mijn beeld- en gedichtenbundel Sensitive Survivors vind je hier.