Zaaien en zaaitips!

Zaaien, hoe doe je dat eigenlijk?

Ja, dat is nog best een kunst. Het belangrijkste is dat je op de zaadzakjes kijkt die je koopt. Daarop staat namelijk heel duidelijk wat de gewenste zaaidiepte is, wanneer je het beste kunt zaaien en wat de ideale plantafstand is. De kweker weet dit het beste. Je kunt dan zelf gaan puzzelen met jouw gekozen teeltmethodes, hoe je de gewassen wil gaan zaaien, hoeveel zaadjes er waar moeten etc. 

Ik kan je namelijk niet precies vertellen hoe je alle groenten moet zaaien. Ik weet het voor de groenten die ik zelf plant, maar wat specifiek geldt voor de groente die jij hebt gekocht, hangt af van het ras en de soort. Zo kunnen sommige bonen, zoals tuinbonen, heel vroeg de grond in, terwijl stokbonen pas in mei naar buiten kunnen. Snijbiet kan een hele lange periode worden gezaaid en spinazie als voor- of nateelt. Er zijn wortels die specifiek voor de zomer bedoeld zijn en andere die juist winterwortels zijn. Dus wil je weten hoe je moet zaaien? 

Check het zaadzakje!

De eerste stap is simpel: kijk achterop het zaadzakje en neem die informatie mee in je planning. Je kunt dit wel ruim nemen, want de weersomstandigheden wisselen per jaar. We krijgen steeds vaker een nat en koud voorjaar en een warmer zonnig najaar. Daarnaast zit je nog met jouw specifieke soort grond met bijvoorbeeld zand dat eerder opwarmt en klei waarbij je vaak nog iets geduld moet hebben. Ik zaai vanwege al deze omstandigheden en naar aanleiding van mijn eigen ervaring nog wel met een marge van twee tot vier weken. Gewoon proberen en experimenteren. Soms lukt het gewoon en niet geschoten is altijd mis, toch?

Zaaidiepte: hoe diep moet een zaadje de grond in?

Een algemene regel: een zaadje moet ongeveer twee tot drie keer zo diep gezaaid worden als het groot is. Een klein, plat zaadje blijft in de natuur vaak aan de oppervlakte liggen. Denk aan wortel of peterselie. Dit zijn ook vaak lichtkiemers. Een zwaarder, groter zaadje zakt dieper de grond in. Dit zijn ook vaak de donkerkiemers. Ik leg dit verder op uit. 

Voorzaaien of rechtstreeks zaaien?

Dit moet je een beetje zelf uitvinden. Sorry. Misschien wil je alle antwoorden krijgen in deze les, maar ook hier hangt veel af van je tuin, je plek, je tijd. Van experimenten kun je leren, blijft de slogan van deze cursus. 

Ik heb bijvoorbeeld veel last van duiven. Als ik mijn stokbonen en tuinbonen rechtstreeks in de volle grond zaai, worden ze eruit gepikt. Dat werkt dus niet voor mij. Daarom zaai ik ze altijd eerst voor in de kas en plant ik ze pas uit als ze groter zijn. Eerder in mijn stadstuin ging het altijd prima. Toen ik een volkstuin kreeg, had ik nog geen grote kas en was het grootschalig voorzaaien niet handig, dus toen maakte ik een constructie met gaas boven de gezaaide bonen zodat daar de duiven niet bij konden. 

Wortels zaai ik nooit voor, omdat ze een lange penwortel hebben die beschadigt als je ze uitplant. Spinazie zaai ik ook direct in de grond, omdat het kleine zaadjes zijn en het toch wel opkomt.

Een kleine samenvatting wat ik onder andere nu doe:

  • Bietjes, wortels, pluksla, spinazie, pastinaak, radijsje → Zaai ik rechtstreeks.
  • Alle kolen → Zaai ik voor, omdat ze dan sterker zijn tegen slakken en rupsen
  • Prei → Zaai ik voor, laat ik potlood dik worden en plant ik dan uit.
  • Uien → Koop ik als kleine pootuitjes en poot ik direct in de grond.
  • Knoflook  → Tenen van eigen gekweekte bollen, poot ik direct in de grond.
  • Aardappelen  → Koop pootaardappelen, laat ze kiemen in een eierdoos en dan op de grond. Zie onze Ruth Stout methode voor de aardappelen
  • Tomaten, pompoenen, paprika’s, komkommers en courgettes → Zaai ik voor binnen en kweek ik op tot 15 mei (ijsheiligen) en dan gaan ze, na goed afharden, naar buiten of in de kas in de volle grond.
  • Krop Sla & basilicum → Soms voorzaaien, soms direct in de grond, afhankelijk van het weer.
  • Bloemen → Soms voorzaaien, soms direct in de grond, afhankelijk van het weer en de soort.
  • Vroege bonen  → Zaai ik vaak voor i.v.m. de duiven. Zie ons filmpje over Hoe maak je een zadenrollade in het Jaarrond in de permacultuur moestuin gedeelte. Werkt perfect voor bonen. < foto zadenrollade > 
  • Late bonen → Stambonen zaai ik vaak direct overal tussendoor want de gewassen staan dan al hoog. De duiven zien ze dan niet. Stokbonen staan meer geconcentreerd bij elkaar dus die zaai ik liever voor in P9 potjes. 
  •  

Extraatje: Mijn ultieme bonentip!

 

Bonen voorzaaien kan lastig zijn, omdat ze te nat kunnen worden of juist te droog blijven. Een tip die ik ooit kreeg van een ervaren moestuinder en die werkt echt:

Zaai stokbonen in een P9-potje met potgrond en 4 bonen tegelijk per pot. Het schijnt zelfs met zaagsel te werken, dat doet een vriendin van mij altijd.  Wat is een p9 potje? Dat is een standaard maat potje, zoek de liters even op en zoek anders iets vergelijkbaars. Hierboven zie je iets kleinere potjes.

 

 

  • Dag 1 → Maak de aarde nat met een flinke scheut water. Geef daarna niks meer!
  • Na 7 dagen → Weer een scheut water geven.
  • Na 7 dagen → Nog een keer water geven.
  • Na 4 dagen → Als de bonen zijn opgekomen, geef je water.
    Zo niet, wacht dan nog 3 dagen en doe 1 stap terug dus 7 dagen wachten. 
  • Na 4 dagen → Nog een keer water geven en klaar om uit te planten. Komen ze nu pas op, geef dan na 4 dagen nog een keer water en plant uit. 

Dus: 7 dagen wachten → weer water, 7 dagen wachten → weer water, 4 dagen wachten → weer water, 4 dagen wachten → weer water.

Dit schema voorkomt dat de bonen schimmelen of niet opkomen. Sinds ik dit doe, gaat het perfect!

Wanneer kun je zaaien?

Vaak kun je langer doorzaaien dan er op het zakje staat. Ik schreef het al hierboven. Soms is het voorjaar erg nat en komen zaden niet goed op, ze rotten weg. Of als de zomer heel heet is en lang duurt, durf ik best nog wat te zaaien in augustus dat eigenlijk in juni of juli gezaaid had moeten worden. 

Een voorbeeld: toen wij in april naar ons nieuwe huis verhuisden, had ik nog geen kas. Mijn tomaten had ik al in maart voorgezaaid in ons oude huis en ze moesten mee verhuizen (ja, dat gaf wat stress in de relatie 😅). Uiteindelijk heb ik ze pas in juli in de kas gezet. Iedereen zei: “Veel te laat!” Maar het was een goed jaar en we plukten tomaten tot eind november!

Een handige tip: deel je zaaddoos in per maand. Ik heb drie bakken waarin ik kartonnen kaartjes heb gezet met daarop de maanden: februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober en november. Aan het begin van het seizoen sorteer ik al mijn zaden en stop ze in de maand waar ik ermee kan beginnen. Op die manier hoef ik nooit na te denken of tabellen te raadplegen. Wanneer ik tijd heb om te zaaien, pak ik simpelweg het bakje van die maand, leg alle zaadjes op tafel en bedenk: waar heb ik nog plek in de moestuin? Wat kan ik nu rechtstreeks zaaien? Wat moet ik voorzaaien?

Als een maand voorbij is, schuif ik de zaadjes door naar de volgende keer dat ik ze weer kan gebruiken. Bijvoorbeeld: ik heb op een paar plekken wortels gezaaid in februari (Nantes 2 kan dan al goed), dan doe ik het zakje na het zaaien in het vakje maart. Als ik dan in maart ergens nog plek en zin in heb in wortels, kom ik het zakje weer tegen. Of spinazie kan goed in het voorjaar, maar ook in het najaar. Dus na de voorjaarsmaanden verplaats ik het zakje naar de najaarsmaanden.

Licht, donker, koude – en warmtekiemers?

Deze begrippen kun je ook tegen gaan komen. Samengevat:

Lichtkiemers: Hebben licht nodig om te ontkiemen dus denk je niet af met aarde, kan wel met een licht laagje wit zand. Druk ze wel tegen de aarde zodat ze contact maken en niet wegwaaien. Voorbeelden zijn peterselie, wortel, selderij, andijvie, sla en de bloemen, cosmea en korenbloem. 

Donkerkiemers: Dit zijn de meeste groenten en die hebben dus donker nodig om te gaan ontkiemen. Deze stop je dus 2-3 keer zo diep als het zaadje groot is onder de aarde en debjt ze ook weer met een laagje. 

Koudekiemers: Hebben eerst kou nodig om daarna bij warmte te gaan ontkiemen. Voorbeelden zijn sla, wortel, spinazie, spruitjes en bieslook.

Warmtekiemers: Hebben juist warmte nodig om te ontkiemen. Deze kweek je vaak binnen op de vensterbank op, meestal in februari /maart, om later, als er geen kans meer is op vorst, buiten uit te planten. Voorbeelden zijn komkommer, tomaat, pompoen, augurk en courgette. 

En dan is het, bij het ontkiemen van je eerste groenten, een kwestie van veel liefde, aandacht, water, zon, voeding en mooie woorden. En dan… oogsten!