Dus, Lidion geef ons nu de ultieme methode en dé oplossing voor hoe wij onze tuin moeten aanpakken! Die kan ik je niet geven. Ik zou het willen, maar elke tuin, jijzelf en situatie is uniek. Daarom is het de kunst om te ontdekken welke methode of combi het beste bij jou past.
In deze video laat ik je zien hoe wij het doen en waarom ik voor deze aanpak heb gekozen.
Je weet inmiddels dat wij een gezin hebben en daarnaast werk ik natuurlijk onder schooltijd drie tot vier dagen. Ik kan dus niet vijf dagen per week in de tuin werken, al zou ik dat het liefst willen.
Samengevat:
Ik werk in verhoogde bakken. We hebben 16 vierkante bakken van 1,20 x 1,20 meter en 3 lange bakken van 0,80 x 3,00 meter. Daarnaast heb ik nog twee losse bakken van ook 0,80 x 3,00 meter voor onze pluk – en snijbloemen.
Ik heb een vierjarig Wisselteelt systeem waarbij de vierkante bakken in groepjes van 4 een hoofdfocus gewas hebben:
Elk jaar schuiven deze bedden één plek door, met de klok mee. Ik begin altijd met een hoofdgewas en combineer het met planten die goed samen groeien uit de kennis van de Combinatieteelt en de Polycultuur.
Nachtschade / vruchtgewas bed:
Eerst tuinbonen erin in februari. Dan rond maart / april per bed een andere aardappelsoort (vroeg, midden of laat) en rond mei tussendoor aan de rand nog bloemen. Ik werk met een dikke laag stro volgens de Ruth – Stout methode. Zie vorige les. Bij vroege aardappels en al afgestorven tuinbonen, juni, plant ik vaak een overgebleven courgette in de bak en andere stekken die ik over heb. Gewoon even het stro aan de kant en planten maar.
Wortel-, bol-, en knolgewas bed:
Hier werk ik met de vlakverdeling van de Square Foot Gardening methode. Ik zaai met name bietjes, worteltjes, venkel, pastinaak en witlof en poot uitjes naar verhouding 50-50 deze familie en andere families. Ik voeg vaak stamboontjes, allerlei slasoorten, een kleine soort koolrabi, een palmkool, radijs, goudsbloemen en andere kleine soorten eenjarige bloemen toe.
Kolenbed:
Omdat de kolen veel ruimte innemen, zet ik meestal max 5 kolen in het bed. 4 in de hoek, 1 in het midden. Geïnspireerd door de Polycultuur voor de ervaren tuinder probeer ik ervoor te zorgen dat de kolen zoveel mogelijk verschillen in structuur, kleur, vorm en groei. In de lente staat er vaak bladgroenten tussen en naast, zoals andijvie en sla. Altijd tenminste 1 of 2 afrikaantjes. Naar de zomer toe her en der planten met duidelijk andere structuren of groeiwijzes zoals een venkel, stamboontjes (ook voor de stikstof), prei, snijbiet.
Bonenbed:
Ik merk dat ik in deze bedden vaak in rijtjes werk. Peultjes, kapucijners, sugarsnaps en doperwten groeien graag aan een rek dat ik aan de noordkant van de bak maak. Als de bak later ook stokbonen krijgt zoals pronkbonen, snijbonen en sperziebonen, bouw ik alvast de tipi of het hoge bonenrek op en maak een knoop-systeempje met touwtjes waar eerst de vroege bonen groeien. Zijn de vroege bonen klaar en geoogst, dan haal ik het rek of knoop- systeempje weg en kunnen de stokbonen de grond in en om later langs de stokken te groeien. Tussen – en voor de stokken zet ik van alles en nog wat. Vaak bloemen, rijtje worteltjes, bietjes, snijbiet, dahlia’s. Net wat uitkomt. Vaak heb ik van de 4 bakken 3 stokbonen en 1 stambonen bed. Bij stambonen gebruik ik de verdeling van de Square Foot Gardening methode. Ik zet dan 4-5 keer in die bak stambonen, het liefst verschillende soorten en de rest van de vakken vul ik met andere families.
Ik heb nog een driejarig Wisselteelt systeem voor de 3 lange bedden. Hier kweek ik gewassen die meer ruimte innemen. Er is hierdoor minder mogelijk in een uitgebreide polycultuur, maar dit werkt praktisch en ik combineer zoveel ik kan. Is het niet tegelijkertijd in het bed dan is het minimaal 1-2 andere familie combinaties en een voor- en nateelt met een andere familie
Vruchtgewas bed
Hier staan altijd 2 pompoenplanten en 2-3 courgetteplanten in. Meestal met aan de noordkant een rek waar ik nog vroege bonen zaai. De planten nemen vaak het hele bed in beslag dus ik combineer niet te veel maar probeer voor een voorteelt (bijvoorbeeld de bonen) en een nateelt (bijvoorbeeld winterkolen zoals spruitjes, boerenkool) te doen.
Aardappelbed
Zie hierboven. Eerst tuinbonen, dan late aardappels. Als alles gerooid is, zet ik er vaak stekken in die ik over heb en bloemen zoals Zinnia’s.
Bonenbed:
Zie hierboven. Vaak een rek voor de vroege peulen en een groot bonenrek voor de stokbonen. Vaak afgewisseld met dahlia’s, snijbiet, her en der een kool. Vaak grote gewassen.
Ik heb nog vaste bedden.
Aardbeien bedden
Ik heb twee vaste aardbeien bedden. Aardbeien zijn 3 jarig. Na het 3e jaar neemt de productie af. Dit is meestal de tijd dat je besluit om het bed te “rooien” en een ander bed als vast nieuw aardbeienbed aan te merken en jonge plantjes aan te planten. Hoe je aardbeien stekt zie je in het tweede deel van de cursus door het jaar heen. In deze bedden doe ik maximaal 2 jaar achter elkaar een combinatie met knoflook planten zoals genoemd in de Combinatieteelt.
En ik heb vaste planten, fruitstruiken, klimfruit, asperges en kleine fruitbomen. Hier werk ik o.a. met bomengilden die ik toelicht verderop in de cursus.
En natuurlijk nog die mooie kas. Kijk hiervoor even terug bij de vorige les van de Square Foot Gardening methode, daar leg ik mijn systeem in de kas uit.
Mijn eigen regels:
Ik pas dus meerdere methodes tegelijkertijd toe. Wat voor mij precies werkt, heb ik over de jaren heen ontdekt.
Doordat ik al die methodes combineer, heb ik nauwelijks last van ziektes en plagen. Mocht ik toch een keer bonenluizen hebben, dan lossen de oorwormen en lieveheersbeestjes het probleem vaak vanzelf op. En als er een wortelvlieg opduikt, blijft deze meestal beperkt tot één bak en verspreidt zich niet verder. Hierdoor is mijn moestuin relatief gezond en veerkrachtig.
Wat vind ik zo fijn aan mijn eigen systeem?
Over een paar jaar, als de bakken vergaan, ga ik nadenken over een nieuwe aanpak. Misschien maak ik langere bakken om de ruimte nóg beter te benutten. Dat hangt af van mijn situatie op dat moment. De moestuin beweegt altijd mee. Ook daar komen we later nog op terug.
Als je nog vragen hebt, je weet me te vinden hier in de tuin! 😉