Je bent gemaakt om te verzamelen

Een kijkje in de prehistorie

Lang, lang geleden wisten we niet anders dan dat we jagers en verzamelaars waren.

In de ochtend word je wakker onder een dekbedje van zelf verzamelde stukjes wol, pluis van wilgenroosje, lisdodde en takken.

Je hebt je kampvuur zo achtergelaten dat je ’s ochtends maar één keer hoeft te blazen en het vuurtje alweer aan is. Je maag laat weten dat ‘ie bestaat, tijd om op speurtocht te gaan naar wat eten.

Je weet precies wat er op dit moment te verzamelen is. De bessen zijn rijp, vlakbij het water groeien struiken met eetbare peulen, links daarvan kun je de wortels uitgraven van de lisdodde en in díe boom vind je veel insecten. Tijdens het struinen eet je direct van alles op en de overvloed neem je mee naar de anderen.

Al lopende graaf je wortels uit, pluk je planten en sprokkel je hout.
De dagen zijn gevuld met ontdekken, verzamelen, spelen, het kampvuur aanhouden en eten.

Je kent geen binnen, de hele dag ben je buiten. Je kent elk hoekje, elke boom, plant en bes. Je weet welke materialen je nodig hebt om een mand te maken, dat je van botten een naald kunt maken, hoe je op de juiste manier op een steen slaat om er een mes van te maken en welk geluid in de natuur wat betekent.

Je bent één met de natuur, één met alles om je heen. Net zoals de vogels, de mieren en de wolven. Je weet niet beter.

Er zijn weinig piekerende gedachten, je leeft in het hier en nu. 
Elke dag is een zoektocht naar eten, warmte en het ontwijken van gevaar.
Er is geen stress over geld, over welke spullen je graag zou willen.
Als je iets wil maak je het zelf, of ruil je het met iemand uit je stam.

Door elk seizoen te beleven weet je precies wanneer je wat moet verzamelen en wat de natuur je op welk moment geeft.

Als de bladeren verkleuren ga je een wintervoorraad aanleggen van eikels, hazelnoten en appels.

Je LEEFT. Voelt kou, warmte, honger, vervulling. Je voelt de zon op je huid, de sneeuw.

Alle zintuigen staan op scherp. Je zintuigen heb je nodig om te overleven.
Je bent gemaakt om rijpe bessen te onderscheiden, om dichtbij én ver weg te zien, om hard te rennen of zonder geluid te lopen. 

Je bent gemaakt om te verzamelen.