Interview – Lieve Galle
Deze week interview ik herborist Lieve Galle; één van de grondleggers van de wildplukbeweging in de Lage Landen. Voor velen wellicht al bekend door haar Wilde Wieven Podcast, haar boek ‘In het wild geplukt’ of door het platform Wild Plant Forager waar Lieve online cursussen aanbiedt over wildplukken. Deze bijzondere en talentvolle vrouw zet zich al jaren in om mensen kennis te laten maken met (wilde) kruiden. Kortom, een herborist in hart en nieren – al meer dan twintig jaar.
Lieve, kun je wat meer over jezelf vertellen?
Ik ben Lieve, herboriste en wildplukexpert. Ik woon samen met mijn man, tweelingtieners en een gezellige bende geadopteerde dieren in Drongen, bij Gent (België). Het is mijn missie om de connectie tussen planten en mensen te herstellen door het geven van jaaropleidingen wildplukken, waarbij ik de nadruk leg op veilige en duurzame wildpluk. Daarnaast ben ik maker van de Wilde Wieven podcast, waarbij ik wil delen met de wereld hoe mooi de diversiteit en rijkdom is binnen het kruidenmensen-landschap in de Lage Landen.
Je bent al meer dan twintig jaar herboriste en wildplukexpert. Wil je vertellen over hoe jij toen in aanraking bent gekomen met de kruidenwereld?
Eigenlijk door onze twee konijnen, die vaak los liepen in de tuin. Ik ging als kind op mijn buik erbij liggen en was gefascineerd door de planten die zij aten. Ik had ook wel een grootvader met groene vingers en een vader die zijn dochters in het weekend meenam naar de botanische tuin. Heerlijk vonden wij dat, vooral die tropische en subtropische kas, pure magie!
Als tiener ging ik op een gegeven moment een winkel binnen om een boek met natuurfotografie te kopen. Bij de kassa kreeg ik daar toen gratis een piepklein boekje bij over geneeskrachtige planten. Het fascineerde me mateloos: hoe zou het zijn om al die planten te kennen en ermee te kunnen werken? Ik ging me erin verdiepen.
Later, als prille twintiger kreeg ik iets wat nu vast een burn-out zou heten, maar waar toen eigenlijk geen naam voor was. Ik was daardoor genoodzaakt om te stoppen met mijn studies en had geen idee wat ik wilde met mijn leven. In het licht van hoe de wereld in elkaar zat, leek me alles zo… doelloos, nutteloos.
En toen opeens vond ik een foldertje met informatie over een herboristenopleiding. Mijn ogen gingen open. Dat was het! Dat zou ik gaan doen! Ook mijn omgeving zei meteen: “Dit is echt iets voor jou!”. Ik schreef me in en alle twijfel was weg. Natuurlijk moest ik ook studeren: wetenschappelijke plantennamen, inhoudsstoffen… Maar het voelde gek genoeg aan alsof het een soort van opfrissing was, geen nieuwe leerstof. Ik genoot ten volle van de lessen veldwerk en dompelde me gewillig onder in de nieuwe wereld die voor me open ging. Dat vind ik overigens na al die jaren nog steeds één van de mooiste aspecten van mijn werk: dat ik ervan getuige mag zijn dat ook voor mijn cursisten die wereld open gaat.
Twintig jaar geleden was de wereld natuurlijk totaal anders, en al helemaal op het gebied van kruidengeneeskunde. Nu is het populair en wordt het steeds normaler om met kruiden te werken. Hoe was dat voor jou, om toentertijd dit beroep en deze levensstijl te kiezen?
Ik werd een beetje meewarig bekeken toen. Het was iets voor geitenwollensokken, iets ‘niet meer van deze tijd’. En al zeker toen ik er mijn beroep van wilde maken, verklaarde iedereen me gek.
Tja, wat kan ik zeggen, ik ben altijd al een buitenbeentje geweest. Ik at als tiener al geen dieren, ik gebruikte wasbaar maandverband, dat was toen heel erg marginaal allemaal. Maar ik wilde gewoon dat wat ik deed ook klopte naar mijn gevoel.
En ik voelde met heel mijn lijf en ziel dat het klopte. Dat het de bedoeling is dat planten en mensen innig verbonden zijn met elkaar, zoals het altijd al was.
Het is voor mij prachtig om te zien hoe de belangstelling voor de natuur de laatste jaren gegroeid is en hoeveel meer mensen nu met kruiden (leren) werken. Dat is hoopgevend, want de mensheid heeft dat echt nodig. Er is ook een groeiende beweging van mensen die helemaal zijn gaan beseffen dat ze deel uitmaken van het ecosysteem en niet erbuiten staan. En dat de mening van natuurvolkeren meer naar waarde mag worden geschat.
Weet je nog hoe het was om beginner te zijn op het gebied van kruiden(geneeskunde)? Kun je daar iets over vertellen, bijvoorbeeld dingen waar jij tegen aan liep?
Het begon al met het woord ‘herborist’, de meeste mensen hadden niet het flauwste benul welke lading die term dekt. “Betekent het dan dat je herboren wordt?”. Hilarisch eigenlijk, nu ik er op terugkijk.
Ook het verschil tussen fytotherapie en homeopathie was helemaal niet duidelijk. Ook werd ik heel vaak als heks voorgesteld als ik ergens een lezing of workshop gaf. En dan kreeg ik dus al-tijd weer die opmerking “Vroeger was je vast en zeker op de brandstapel geëindigd.” Ja, het is niet voor niks dat ik die vraag aan al mijn podcastgasten stel.
Al moet ik zeggen dat het op het platteland vaak stukken positiever werd onthaald, omdat veel mensen daar nog een stukje meer vertrouwd waren met wildplukken en kruiden.
Ik durfde het ook heel vaak niet te vertellen, dat ik met kruiden bezig was, en al helemaal tegen mensen uit de medische wereld, uit angst om uitgekafferd te worden. Ik ben daar nog altijd aftastend in, want mensen oordelen soms zo snel. Je wordt zo snel in een hokje
gestopt.
Als je terugkijkt op die twintig jaar, zijn er dan kruiden die er echt voor je uitspringen? Bijvoorbeeld specifieke kruiden die voor jou een bijzondere/dierbare betekenis hebben?
Duindoorn
Niet alleen omwille van de fantastische smaak, dat zuur-aromatische, waar ik helemaal verlekkerd op ben, maar ook omwille van een levensveranderende ervaring die ik er mee had. Enkele jaren geleden raakte mijn rechterhand zwaar verbrand. Toen ik mijn hand onder de waterkraan hield en bekeek, dacht ik dat ik mijn hand nooit meer terug zou krijgen zoals ze vóór de brandwonden was. Ik was mis. Duindoorn hielp. Je kan aan mijn hand niks meer zien van wat er gebeurde. Dat is een verhaal dat we nog veel te weinig horen, dat kruiden meer kunnen dan enkel EHBO, maar ook in ernstige situaties echt kunnen helen. Er ligt een taboe op om dat soort verhalen te vertellen, omdat er vaak wordt gedacht dat je dan meteen ook tégen alle vormen van reguliere geneeskunde bent, terwijl de twee juist heel complementair kunnen zijn.
Distel
Omdat ik opgroeide in de Distelstraat, heb ik een bijzondere band met deze plant. Geen aaibare plant, door iedereen verguisd, maar ik vind ‘m heerlijk. De jonge gepelde stengels, de hoeveelheid sap die uit de plant komt als je ‘m in een slowjuicer stopt, en dan de akkerdistel met de heerlijk zoet-aromatische bloemen, heerlijk in ice tea.
Zuring
Omdat ik ermee ben opgegroeid, en het nog altijd één van mijn meest favoriete comfort foods is. Sinds mijn beide ouders overleden zijn, is Zuring een soort plaatsvervangende ouder voor mij geworden, hoe raar dat ook klinkt.
Zuring eten is thuiskomen. Het is wat ik het liefst eet op mijn verjaardag, maar ook bijvoorbeeld de dag dat ik moest afscheid nemen van mijn stokoude lievelingskat. Het voedt mijn ziel. Vooral ook omdat ik weet dat de Veldzuring in de polders groeit waar de bakermat van mijn vaders familielijn ligt. Honderden jaren, talrijke generaties die met Zuring zijn grootgebracht. Het is als een soort telefoonlijn met eerdere generaties die ik nooit persoonlijk gekend heb. Een houvast.
Hoe is het om al zoveel jaren met kruiden bezig te zijn en met sommige kruiden al twintig jaar een verbinding te hebben?
Het is heerlijk, omdat ze zo vertrouwd zijn en me toch op dagelijkse basis blijven verrassen. Het geeft me een diep gevoel van thuiskomen in het landschap. Ik weet nog dat ik me vroeger als kind heel vaak alleen voelde op de wereld. Dat gevoel heb ik sinds ik meer over planten weet, nooit meer gehad.
En die staat van bewondering wanneer ik ze met een loepje bekijk, dat blijft voor mij ook een bijzondere. Het zit zó ingenieus in elkaar! Bewondering, maar ook verwondering, en het mooie is, die verwondering blijft. Ook al ben ik die plant al duizend keer tegengekomen, als ik dan opnieuw die bloem zie, of het aroma ruik, ben ik weer helemaal betoverd.
In een ander interview met jou las ik dat je had besloten om je ieder jaar intens met één plant bezig te houden. Doe je dit nog steeds? En vooral, waarom en wat heeft het je gebracht?
Ja, afgelopen jaar was het Agrimonie. Het is ondertussen geen bewust plan meer, meestal komt er wel de één of andere plant spontaan in het vizier, die ik dan ineens overal zie opduiken: in de bermen, in boeken, in recepten.
Het werkt voor mij goed, omdat het een uitnodiging is om heel breed en diep aan de slag te gaan met één plant. Waardoor je verbeeldingskracht en experimenteerdrang gevoed worden. Ik denk dat we soms te snel de neiging hebben om planten oppervlakkig te leren kennen, genre “Het is eetbaar” of “Van deze plant kun je thee zetten bij keelpijn”. Maar het is natuurlijk veel uitgebreider dan dat.
Hoe zet jij zelf het werken met kruiden in, in je dagelijkse leven? Wat zijn bijv. kruidenmiddelen of bereidingen die je zelf het meest gebruikt en waarom?
Ik drink heel graag kruidenthee, dus dat is sowieso een standaard in het dagelijks leven. In de zomer wordt dat ice tea. Daarnaast maak ik dagelijks sap of een smoothie van wilde bladgroenten. De energie die je daarna voelt! Dagelijks voeg ik wilde bladgroenten zo goed als overal aan toe: hummus, soep, stoofpotjes, salades, dips. En ik experimenteer graag, volg eigenlijk geen recepten. Ik lees soms wel recepten, maar dan maak ik er toch mijn eigen ding dan, geleid door wat er die dag te plukken is.
Ook eetbare bloemen zijn zo leuk en feestelijk om mee te werken: de meest saaie gerechten worden gepimpt tot een koninklijke bereiding als je er wat bloempjes op strooit. Eenvoudig, maar het effect is groots.
Ik ben niet zo vaak ziek, maar als dat gebeurt, of ik heb een wondje, dan grijp ik altijd naar mijn vertrouwde vrienden: Weegbree, Robertskruid, Paardenbloem, Gember, Tijm, Vlier, Rozenbottel, Brandnetel en co. Ook voor mijn man en kinderen is dat zo, en ze weten dat het werkt. Persoonlijk denk ik dat dit één van de meest ‘empowering’ dingen is die je kinderen kan bijbrengen. Brandnetelprik? Weegbreecompresje. Bloedend wondje? Duizendblad. Mijn tieners vinden het heel vreemd dat er zo veel mensen zijn met ‘plantenblindheid’: mensen die planten niet (her)kennen en ook niet weten hoe ze deze kunnen toepassen. Ze hebben er bijna medelijden mee. Wat doen die mensen dan als ze een wespensteek hebben terwijl ze picknicken?
Stel, je zou de rest van je leven op een onbewoond eiland moeten doorbrengen en je mag maar één kruid kiezen om als plant met je mee te brengen. Welke zou dat dan zijn en waarom?
O jee. Wat een moeilijke vraag.
Na lang nadenken: dan zou ik toch voor de Veldzuring gaan. Precies om de reden die ik hierboven al vermeld: Zuring proeven is voor mij thuiskomen. Bij mezelf, mijn voorouders, mijn familie. Eerder dus een emotionele reden dan wat anders.
Ik zou overigens wél zorgen dat ik een uitgebreide geïllustreerde plantengids met de flora van dat specifieke eiland zou meenemen.
Je hebt een succesvolle jaaropleiding opgezet, een boek geschreven en maakt nu een fantastische podcast. Als je zelf zoveel mensen inspireert, zijn er dan nog mensen die joú inspireren? Heb je favoriete kruidenboeken, herboristen of films, docu’s of podcasts waar jij inspiratie uit haalt en kun je daar iets over vertellen?
Natuurlijk zijn er nog een heleboel inspiratiebronnen, in de eerste plaats de natuur zelf. Daarnaast ook mijn cursisten, die soms interessante dingen delen vanuit hun eigen ervaring,
of boeiende vragen stellen. En verder heb ik het geluk dat er een heleboel inspirerende collega’s in de buurt wonen (je kan enkele daarvan leren kennen via de Wilde Wieven podcast). En dat Geert Heyneman, Gentse stadsecoloog en fervent wildplukker, en ik elkaar soms tegen het lijf lopen (en dan meteen een planten-nerd gesprek aanknopen dat uuuuren kan duren).
Podcasts
- Eatweeds Podcast – Boeiende podcast voor wildplukkers
- End of Empire Podcast – Colette O’Neil legt paralellen tussen de waanzin op het eind van het Romeinse Rijk en de tijd waarin we nu leven, zonder zwaarmoedig te worden, maar met het aanbieden van simpele alternatieven.
Boeken
- Een vlecht van heilig gras, Robin Wall Kimmerer.
Levensveranderend boek. De auteur komt vanuit een academisch-wetenschappelijke én Native American achtergrond, en ze gaat op zoek naar raakvlakken. Bijzonder rakend en persoonlijk geschreven. - Wilde bladgroenten, Laurette van Slobbe.
Ik ben echt verliefd op dit boek, omdat Laurette een beetje dezelfde kookstijl lijkt te hebben als ik, en daarnaast enorm veel waardevolle info deelt in dit boek. - The Wild Wisdom of Weeds, Katrina Blair.
Biologe die focust op dertien wilde planten die wereldwijd groeien en essentieel zijn voor het overleven van de menselijke soort. - Around the World in 80 Plants, Stephen Barstow.
Een man die het hele jaar door (in Noorwegen!) uit eigen tuin eet. - Where Do Camels Belong, Ken Thompson.
Een vernieuwende kijk op invasieve exoten. - To Speak for the trees, Diana Beresford-Krüger.
Een biografie verweven met traditionele Ierse kruidenkennis. - Healing Wise, Susun Weed.
Blijft na al die jaren een klassieker! - Wild Medicine Solution, Guido Masé.
Over tonische, bittere en aromatische planten en welke ondersteunende rol deze kunnen spelen. - The Wilderness Cure, Monica Wilde.
Tijdens de pandemie at Monica een jaar lang enkel wild voedsel. Ze liet ook haar darmflora opvolgen, en initieerde zo een grootschaliger onderzoek. Reflectief en ongecensureerd geschreven. - The New Wildcrafted Cuisine, Pascal Baudar.
Ook zijn andere boeken zijn de moeite, hij leert je bereidingswijzen aan (o.a. veel fermentatie) waarmee je universeel aan de slag kunt met planten uit jouw eigen buurt.
Films
- Seed – The Untold Story: Over de bedreiging van biodiversiteit van zaden en welke heel prangende problematieken daar de dag van vandaag mee gepaard gaan. Eye opener!
- Down To Earth: Een familie met kinderen reist de wereld rond om ‘elders’, wijze oude mensen te gaan interviewen. Hun boodschappen komen binnen maar geven ook hoop.
Wat zou je mee willen geven aan de cursisten/beginners op kruidengebied – of anders gezegd; wat had je je beginnende zelf meegegeven als je dat nu kon doen? (Bijv. tips / advies / aanmoediging)
1. Planten leren kennen is net als een nieuwe taal leren. Je leert het door veel te herhalen, en je moet het ook inoefenen en onderhouden. Oefening baart kunst! Mensen willen het in deze tijden van instant gratification zo graag meteen kunnen en weten, maar het heeft tijd nodig. Het is een proces, en dat is ok. En hoe meer tijd en energie jij erin stopt, hoe sneller dat proces gaat.
2. Je hoeft niet álle planten te kennen, alle herboristen/wildplukkers/aromatherapeuten die ik ken hebben zo’n beetje hun favoriete top vijf, waar ze keer op keer naar teruggrijpen. Maak kennis met één plant per keer, en duik er zo diep mogelijk in. Dat is zo veel waardevoller dan 250 planten oppervlakkig kennen.
3. Zoek een groepje gelijkgestemden. Dit vond ik persoonlijk zo leuk aan de herboristenopleiding: heel heterogene groepen met gepensioneerden, maar ook mensen die net van de middelbare schoolbanken kwamen, sommigen die van nul begonnen, maar anderen die al wat kruidenkennis en ervaring achter de kiezen hadden. Je leert zo veel van elkaar, je kunt tips en ervaringen uitwisselen en dat is goud waard.
➤ Meer weten over Lieve? Hieronder vind je haar website, podcast en social media.
Website: www.kruidencursus.com
Instagram: https://www.instagram.com/wildplantforager/
Facebook: https://www.facebook.com/wildplantforager
Podcast: Beluister gratis de Wilde Wieven Podcast: https://www.kruidencursus.com/podcast