Kruiden kiezen
Kruiden uitkiezen kun je op twee verschillende manieren doen: volgens een praktische manier met een duidelijk doel of op een meer intuïtieve manier. In dit hoofdstuk ga ik alle twee met je bespreken.
Praktische manier
De praktische manier gaat vooral over dat je kruiden kiest met een duidelijk doel. Waar wil je de olie voor gebruiken? Voor ontspanning en huidmassage of voor specifieke klachten? Zo kun je ook beter bepalen hoeveel je nodig hebt. Als je een gevoelige huid hebt en last van droog eczeem, dan kies je hiervoor waarschijnlijk Goudsbloem of Weegbree. Je kunt je verder verdiepen in deze planten door middel van de Plant Profielen en andere kruidenboeken. Op basis van deze informatie kun je dan vervolgens een keuze maken welke plant het beste bij jouw lichaam past.
Ook kan je keuze afhangen van wat er beschikbaar is aan kruiden om jou heen. Wat groeit er al om jou heen? Wat kun je zelf kweken in je tuin of op je balkon?
Intuïtieve manier
Het kiezen van kruiden gaat niet alleen maar over inhoudsstoffen en geneeskracht. Je verbinding met kruiden is minstens zo belangrijk. Hoe je kruiden uitkiest gaat vooral over welke kruiden jij het fijnst vindt. Tot welke kruiden voel je je (onbewust) aangetrokken? Zijn er planten die je graag beter wil leren kennen? Dat kan gaan over hoe ze eruit zien, hoe ze ruiken of voelen, maar ook of je blij wordt als je ze ziet bijvoorbeeld.
Het kan ook voorkomen dat je het gevoel hebt dat een plant je ‘roept’, alsof het je aandacht steeds trekt. Planten ‘spreken’ tegen je door middel van je zintuigen. En ons lichaam geeft ons constant feedback door middel van deze zintuigen. Of we iets fijn vinden, lekker vinden, een geur, kleur of uiterlijk ons aanstaat, etc. Je mag hiernaar luisteren! Vaak is de plant waar je je tot aangetrokken voelt degene die je het meest kan (en wil) ondersteunen op dat moment. Ga dus ook vooral af op je gevoel en eigen ervaring wanneer je een kruid uitkiest voor olie.
Kruiden mixen
Het is natuurlijk ook heel goed mogelijk om meerdere kruiden te verwerken in één olie. Zo kunnen kruiden elkaar versterken of de werking dieper maken. Het kan ook heel fijn zijn om je favoriete kruiden in een flesje olie te hebben. Zo kan een olie met Sint-Janskruid en Rozemarijn een heerlijk diep verwarmende winterolie zijn. Een andere favoriete combinatie van mij is Roos, Populier, Duizendblad en Bijvoet die ik gebruik rondom mijn menstruatie. Zo kan het samenstellen van kruidenolie een persoonlijk en creatief proces zijn. Dat gezegd hebbende, wil ik je graag een aantal tips meegeven voordat je aan de slag gaat met mixen.
- Als je nog weinig ervaring hebt met kruidenolie, kan het handig zijn om niet gelijk te beginnen met mixen. Leer de kruiden eerst op zichzelf beter kennen. Zo kun je beter bepalen wat je wel en niet fijn vindt, maar vooral ook op welke kruidenolie je goed reageert. Het komt niet vaak voor, maar het kan zijn dat je een reactie krijgt op een kruidenolie. Als daar dan vier verschillende kruiden in zitten, kun je niet meer bepalen waar dat door gekomen is.
- Maak het simpel voor jezelf. Door te beginnen met maar één kruid per olie, leer je een kruidenolie veel beter kennen qua geur, textuur, gevoel, werking en karakter. Verschillende kruidenoliën hebben ook verschillende houdbaarheid. Door ze apart te maken, ga je kruiden en olie beter begrijpen dan wanneer je allerlei kruiden met elkaar combineert. Het mixen van kruiden geeft je minder feedback, die juist zo waardevol is wanneer je begint met kruidengeneeskunde.
- Als je meer ervaring hebt of het mixen graag wil proberen, maak alle olie dan eerst apart van elkaar en mix ze daarná pas. Zo kun je beter bepalen of alle olie goed gelukt is en kun je zelf precies bepalen hoeveel olie je met elkaar mengt. Je kunt ook kleine beetjes met elkaar mengen om eerst uit te proberen.
- Volg ook vooral je eigen gevoel. Voel je je geïnspireerd en wil je graag een paar kruiden samen in olie verwerken, doe dit dan alsjeblieft vooral! Mijn tips zijn er om je te helpen, maar laat je er niet door tegenhouden.
Wanneer (en waarom) gebruik je verse of gedroogde kruiden om kruidenolie te maken?
Wanneer je kruidenolie gaat maken is één van de eerste vragen die je jezelf stelt: gebruik ik dit kruid vers of gedroogd? De reden daarvoor is dat veel verse planten best wat water bevatten en wanneer dat in de olie terecht komt, het de kwaliteit en houdbaarheid beïnvloedt. Hoe meer vocht er in de olie komt, hoe sneller er bacteriën in komen en de houdbaarheid vermindert. Gedroogde kruiden bevatten natuurlijk geen vocht meer en daardoor is de kans op bederf en schimmel veel kleiner. De keuze voor verse of gedroogde kruiden is daardoor de basis van de kwaliteit en houdbaarheid van je olie.
Kruiden met een hoog vochtgehalte, zoals Goudsbloem, Paardenbloem en Kamille, gebruiken we daardoor het liefst gedroogd. Je kúnt ze wel vers gebruiken, maar dan is de kans groot dat je olie veel minder lang houdbaar is. Het gebeurt ook sneller dat een olie met verse kruiden gaat schimmelen tijdens het maakproces. Dit is heel zonde van je olie, de kruiden en van al je tijd en energie, dus dat willen we het liefst voorkomen.
Links zie je voorbeelden van kruiden die we vers gebruiken voor olie en rechts staan de kruiden die we gedroogd gebruiken. Zie je de verschillen? De kruiden aan de linkerkant bevatten weinig vocht, hebben hardere plantendelen en de bladeren zijn vaak stug en stevig. Ook zijn dit planten die van nature veel etherische olie bevatten. Aan de rechterkant zie je kruiden en bloemen die veel water bevatten, zoals bloemblaadjes en grote zachte bladeren.
Er zijn wel een paar uitzonderingen waarbij je kruiden wel vers kunt gebruiken zonder veel kans op bederf, maar dit moet je echt per kruid apart bepalen. Er zijn basisrichtlijnen voor welke planten je het best vers of gedroogd kunt gebruiken en waar je op moet letten. Die lijst staat hieronder en geeft je een goede basis om vanuit te werken.
Gedroogd | Vers |
|
|
De planten die je vers kunt gebruiken zijn over het algemeen wat harder en bevatten meer etherische oliën, zoals Rozemarijn en Tijm. Kruiden die je het best gedroogd gebruikt zijn vaak bloemen en zachte dunne blaadjes met wat meer vocht, zoals Roos en Goudsbloem.
*Uitzonderingen
Sommige kruiden verliezen hun ‘essentie’ een beetje als ze gedroogd zijn. Een voorbeeld hiervan is Vogelmuur. Daar blijft niets van over als het gedroogd is. Daarom maken we daar een uitzondering voor en gebruiken we haar wel vers, ook al zit er veel vocht in. Er wordt wel aangeraden om de Vogelmuur dan twaalf tot vierentwintig uur te laten verdrogen zodat er wel een deel van het vocht uit gaat. Op deze manier kun je een plant toch vers gebruiken maar ook rekening houden met vocht.
Ook Sint-Janskruid is een uitzondering. Deze plant gebruiken we ook vers omdat de medicinale inhoudsstoffen, zoals hypericine (die de olie zo’n prachtige rode kleur geven), alleen vers beschikbaar zijn. Als je deze plant droogt gaat een hoop van de medicinale kwaliteit verloren.
Hoe bepaal je zelf welke kruiden je vers of gedroogd moet gebruiken?
Ik wil je ook graag leren hoe je zèlf bepaalt wanneer je kruiden het beste gedroogd of vers moet gebruiken. Er zijn veel factoren die invloed hebben op het vochtgehalte in een plant, zoals klimaat, seizoen en weersomstandigheden. Planten bevatten in de lente bijvoorbeeld veel meer vocht dan in een droge zomer. Het is handig om daar rekening mee te houden, want het heeft allemaal invloed op het vochtgehalte in de plant en dus op een olie. Het lijkt moeilijker dan het is, uiteindelijk komt het neer op vier elementen waar je op moet letten:
Het kruid:
- Is het kruid vochtig of droog?
Voorbeelden van planten met weinig water en droog effect in de mond: Tijm, Rozemarijn, Salie, Lavendel, Den en Spar.
Voorbeelden van planten die vochtig en ‘juicy’ zijn: Vogelmuur, Calendula, Paardenbloem, Duizendblad, verse Gember. Zie je het verschil tussen deze twee soorten? (Zie bovenstaande afbeelding voor voorbeelden hiervan). Planten met weinig vocht kun je vaak herkennen aan hun kleine, hardere blaadjes waar weinig vocht uit komt. Ze hebben een sterke geur en als je ze eet hebben ze ook vaak een droog effect in de mond. Planten met veel vocht zijn vaak makkelijk te kneuzen, heel zacht en ze hebben een vochtig effect in de mond of tussen je vingers.
Een ‘droge’ plant kun je heel makkelijk vers gebruiken in olie en een ‘vochtige’ plant kun je beter gedroogd gebruiken voor olie.
- Eigenschappen van de plant
Heeft de plant een antimicrobiële werking? En heeft de plant een sterke geur?
Hoe sterker de geur van een plant is, hoe meer etherische olie erin zit. Een sterke geur en antimicrobiële werking werken als een soort conserveermiddel en houden de olie dus langer en beter goed. Voorbeelden hiervan zijn Lavendel, Tijm en Rozemarijn. Planten met dit soort eigenschappen kun je makkelijker vers gebruiken omdat de olie daardoor beter blijft.
De omgeving:
- Klimaat en seizoen
Een goed voorbeeld van het effect hiervan is te zien bij Duizendblad. In ons zeeklimaat is dit kruid vaak heel groen, zacht en dus vol met water. Maar diezelfde plant kan in Zuid-Frankrijk midden in de zomer op een rotsige heuvel groeien en juist heel droog en ruw zijn. De eerste Duizendblad is niet geschikt voor vers gebruik, maar die tweede uit Frankrijk wel. Zo zie je dat je klimaat, seizoen en groeiplek een enorm verschil kan maken en daardoor invloed heeft op je keuze voor vers of gedroogd.
Hier kun je goed zien hoe een plant sterk beïnvloed wordt door groeiplaats en klimaat. Op beide foto’s zie je dezelfde plant (Duizendblad), maar links groeiend in een warm en droog klimaat met rotsige grond, en rechts in een vochtig kouder klimaat met vruchtbare aarde. Zie je verschillen? De bladeren links zijn stugger, harder en smaller; ze bevatten weinig vocht. Rechts zijn de bladeren groot, breed en bijna zo zacht als een veertje; de plant bevat veel meer vocht.
- Regen, mist en vocht
Hoeveel het geregend heeft of mistig is geweest voorafgaand aan je oogst moment heeft invloed op het vochtgehalte in je plant. Als je een plant wil oogsten moet je nagaan of deze veel in contact geweest is met vocht. Zo ja, dan kun je hem beter drogen van tevoren. Dit kan bijvoorbeeld ook vierentwintig uur. Dan is het kruid niet helemaal droog, maar is het meeste overtollige vocht er wel uit. Let er ook op dat je kruiden het beste kunt oogsten op een zonnige dag. Oogst liever nooit tijdens regen, mist of dauw.
Bij dit alles geldt de simpele vuistregel: weet je het niet zeker? Gebruik dan gedroogde kruiden.
Kruiden oogsten / wildplukken
Nog even een opmerking over het oogsten van verse kruiden. Wanneer je deze cursus volgt kan het goed zijn dat je heel graag kruiden om je heen wil oogsten om te kunnen gebruiken voor kruidenolie. Hoewel ik er in week 3 van deze cursus al uitgebreid op ingegaan ben, toch nog even een vriendelijke herinnering over oogsten en wildplukken.
Zoek voordat je gaat oogsten uit hoe je de plant die je wilt hebben, het beste kunt oogsten. Zo zorg je ervoor dat de plant in leven blijft en door kan groeien na je oogst. Wees respectvol. Laat ten minste de helft van de plantpopulatie staan. Oogst ook alleen maar kruiden voor je olie die je goed kent en kan determineren. Wees het liefst 200% zeker dat je de goede plant voor je hebt. Ik zeg ook altijd dankjewel tegen de plant of uit mijn dankbaarheid op een passende manier.